Laagjes, laagjes en nog eens laagjes. Ook tijdens je wintersportvakantie in de bergen is het laagjesprincipe jouw go-to als het gaat om kledingkeuze. In de sneeuw is het koud, maar door de inspanning of een lekker zonnetje kan je ook snel opwarmen. Het dragen van meerdere dikke, wollen truien is daarom geen goed idee. Kleed je volgens het 3-lagensysteem:
Laag 1: Begin met een basislaag van merinowol of thermo-ondergoed. Deze laag houdt je warm, maar zorgt ook dat overtollige warmte en vocht naar buiten worden afgevoerd.
Laag 2: Als tussenlaag draag je een dunne skipully of een donsjasje. Is het heel koud? Dan kies je voor deze laag twee kledingstukken.
Laag 3: Voor de buitenlaag kies je voor een waterdichte wintersportjas en ski- of snowboardbroek.
Krijg je het te warm? Dan trek je gemakkelijk een laagje uit. Zo blijf je wel goed geïsoleerd, maar raak je niet oververhit.
Tip: Draag geen katoenen basislaag. Dit absorbeert het vocht in plaats van dat het afvoert.